Eetzaal
- Meissen servies
- ca. 1770
- Porselein (Duitsland)
Dit is een prachtig servies met fijne beschilderingen van vogels. Meissen-porselein was het eerste echte Europese porselein. Pas begin 18e eeuw ontdekte men hier het recept voor het maken ervan. Vanaf toen kon men concurreren met China en Japan. De Nederlandse prins Willem V kreeg bij zijn geboorte in 1748 ook een Meissen-servies.
- Tafelzilver in een cassette en foedraal
- 18e eeuw
- Zilver, gegraveerd met alliantiewapen van Van Heiden - Van Reede
Vroeger nam men zelf bestek mee naar een etentje. Tot in de 17e eeuw was dit gebruikelijk. Vaak nam je alleen een lepel mee voor de soep, de rest at je met de handen. Het was de Franse koning Lodewijk XIV die begon met het dekken van tafels voor zijn gasten om te voorkomen dat het bezoek mooier bestek zou hebben dan hij. Gegoede families lieten hun couverts van zilver maken. Deze set is al lang in de familie en kent verschillende makers (Jacques Peirolet & Engelbart Joosten). Het is daarom iets minder waard dan wanneer het door één iemand was gemaakt.
- Theestoof
- ca. 1840
- Blik (Nederland)
Deze blikken combinatie vormt een theestoof. Vroeger deed men er hete kooltjes in, zo bleef de theepot warm. Het blik is beschilderd met een Chinese voorstelling, wat Chinoiserie genoemd wordt. Het blik is gemaakt in Biedermeier-stijl, rond 1840- 1850. In die tijd werden ook veel houten theestoven gemaakt, maar die waren brandgevaarlijker. De decoratie werd aangebracht om het eenvoudige materiaal een sjiekere uitstraling te geven. De vader van de eigenaar was antiquair en is zo aan deze theestoof gekomen.
- Schilderij toegeschreven aan Johan Heinrich Schröder
- 1775-1800
Dit damesportret is al vanaf het midden van de 19e eeuw in de familie van de eigenaresse. Daar ging het verhaal gaat dat het geschilderd zou zijn door Angelika Kauffmann. Maar dat is vermoedelijk niet de maker. De kunstenaar is waarschijnlijk de Duitse society-portrettist Johann Heinrich Schröder. De manier van schilderen sluit naadloos aan bij gesigneerde werken van zijn hand. Schröder gebruikte bovendien vaak een ovaal voor zijn portretten. Hij werkte veelvuldig aan Duitse hoven maar portretteerde ook Willem V van Oranje-Nassau en zijn echtgenote Wilhelmina, Prinses van Pruissen.
Foto: uitsnede schilderij
- Twee Empire kandelaren
- ca. 1820
- Verguld brons (Parijs)
Door een erfenis zijn de kandelaren in bezit gekomen van de eigenaresse. Het leuke aan dit paar is dat het een man en vrouw verbeeldt, normaal worden altijd engelen afgebeeld. Het zijn twee mythische figuren. De mannelijke figuur stelt Herakles of Hercules voor. Het is onbekend wie de mythische vrouwenfiguur is. De kandelaren zijn gemaakt in Empire-stijl, in Frankrijk. De Empire Tijd is vooral verbonden de regeerperiode van Napoleon en duurde relatief kort. Het paar is heel decoratief en komt niet veel meer voor.
Foto: detail kandelaren
- Theekistje
- 1790
- Eikenhout belijmd met rozenhout, amaranthout, citroen houten biesjes
- Zilveren theebusjes (Den Haag)
Dit is een hoogtepunt van Nederlandse meubelmakerskunst. Het kistje zal in het Haagse atelier van Matthijs Horrix gemaakt zijn. Je herkent zijn werk aan een hoge mate van verfijning, technisch volmaakt. De zilversmid is Adriaan Wegman die gespecialiseerd was in theebussen. De middelste bus is het grootste - voor gemengde thee of voor suiker, men is het daar niet over eens. Links en rechts zijn voor twee verschillende soorten thee, bijvoorbeeld één voor de ochtend en één voor de namiddag. Het was ultiem chique om zo’n set te hebben. De eigenaresse mocht het kiezen uit een erfenis binnen de familie.
- Kop en schotel met een scène uit ‘The Romance of the Western Chamber’
- 1723-1735
- Porselein (China)
In de Yongzheng periode (1723-1735) werd het meest verfijnde Chinese porselein uit de 18e eeuw gemaakt, speciaal voor de export. Het porselein is heel dun en bijzonder mooi gedecoreerd. Het is bedoeld om in de kast te zetten, niet om uit te drinken. Op deze kop en schotel zijn een zittende vrouw, een koppel en twee paviljoens met een pijnboom afgebeeld. Het is een episode uit ‘The Romance of the Western Chamber’, een groot Chinees liefdesverhaal. Het verhaal draait om een verboden romance tussen de dochter van een machtige man en een jonge wetenschapper.
- Klok tête de poupée
- ca. 1700
- Parijs
De klok komt uit de familie van opa die een knutselaar en een klokkenfanaat was. Dit type klok noem je ook wel een tête de poupée, oftewel een poppenhoofd. De klok komt uit 1700 en is gemaakt door de bekende klokkenmaker Nicolas Gribelin in Parijs. Dit is een zeldzame exemplaar, want de klokkenproductie in die tijd was nog beperkt. De oorspronkelijke balans, slinger en het 'poppenhoofdje' ontbreken helaas. Maar na een gedegen restauratie kan het object meer waard worden.
Foto: detail klok
- Theekistje met bloemmotief en vrouwenportret
- 1787
- Rozenhout, hout, papier, lood
Aan de binnenkant van dit theekistje zie je nog het theelood. Dit materiaal beschermde de thee tegen uitdroging. Er zit een deksel in om thee aan te drukken en om de geur te conserveren. De maker van het Lodewijk XVI-kistje is anoniem maar de versiering is gemaakt door Elisabeth Ruardi. Zij creëerde met opgerolde velletjes papier een voorstelling van gestileerde bladeren en bloemmotieven. Deze vorm van Europese volkskunst werd al in de 16e eeuw in Italië en Duitsland toegepast. Het is heel bijzonder om zo’n kistje in Nederland te vinden. Ruardi maakte dit werk als proeve van bekwaamheid op een kostschool in Leeuwarden. Op de voorzijde staat een rond medaillon, waarschijnlijk een zelfportret van de maakster. Het kistje is al generaties in de familie van de eigenaresse.
- Avondmaalbeker met jachtscène en rondom een doornenkrans
- 1658
- Zilver (Groningen)
De eigenaresse durfde deze beker, een erfstuk uit haar partners familie, nooit te poetsen. Het is geen kerkelijke avondmaalsbeker, maar een beker voor bij mensen thuis. Er zijn Bijbelse voorstellingen in gegraveerd. Onderin zien we een jachtscène. Omdat men in die tijd met de handen at, kreeg men vette vingers en kon een beker uit de handen glippen. Voor meer houvast maakte men een doornenrand, die onderin zichtbaar is. Het object is technisch een knap staaltje werk, het bovenste deel is namelijk uit één plaat zilver gesmeed.
Foto: detail avondmaalbeker
- Kan met ossenkop
- 17e eeuw
- Tin (Rotterdam)
Online-aankopen zijn soms riskant. Dat weet deze tin-verzamelaar, maar hij dacht meteen dat het object bijzonder was. Nooit eerder had hij een kannetje gezien met een ossenkop erop. Het lijkt inderdaad een uniek voorwerp. Waarschijnlijk is het gemaakt voor een lid van het slagersgilde. Het is gemaakt in Rotterdam en heeft de initialen HFVL, van Hendrik Fransz. van Lier. Het kannetje is meteen ook een maatbeker, met een pegel aan de binnenkant. Zo wist de waard dat hij telkens dezelfde hoeveelheid inschonk. Het was niet bedoeld voor wijn of bier, maar voor sterke drank.
- Schilderij van Jan van der Kooi
- Kastje met schalen, glazen, appels en eieren
- 1984
- Olieverf op board
Jan van der Kooi (1957) is een schilder uit de school van het ‘Noordelijk Realisme’, net als Henk Helmantel. Hij woont in Friesland en is opgeleid aan de Minerva Academie in Groningen. Daar kreeg hij onder andere les van de bekende kunstenaar Matthijs Röling. Dit stilleven met heel bijzonder licht is uit het begin van zijn carrière, nu maakt Van der Kooi vooral schilderijen waarbij hij de vele nuances van wit onderzoekt.
- Apothekerspot
- ca. 1750
- Aardewerk (Delft)
Deze grote apothekerspot stond thuis bij de ouders van de huidige eigenaar. Dit soort potten werd in apotheken gebruikt. Ze waren gevuld met diverse medicijnen, zalven of dranken. Op deze pot staat ‘limon condit’, wat verwijst naar in suiker gedoopte citroenschijfjes. Misschien gebruikte men die bij beginnende keelpijn of verkoudheid. Vaak komen de apothekerspotten uit de laat 18e eeuw of later, maar dit is een vrij vroeg model, en zeker een uitzonderlijk grote maat. Het model komt uit Italië en kwam via handelsroutes naar Nederland.
- Bouilloire
- ca. 1768
- Zilver (Den Haag)
Een bouilloire, ofwel een waterketel op komfoor, was bedoeld om het water voor de thee heet te houden. In de brander werd brandstof met een lont gedaan, het vlammetje bleef aan en zo bleef het water in de ketel een langere tijd op temperatuur. In een klein theepotje zat zeer sterk getrokken thee. Met het hete water werd dit aangelengd in het kopje. Een dergelijk mooi zilveren exemplaar kwam alleen in welgestelde kringen voor. Deze bouilloire, gemaakt door François van Stapele, is al sinds de 18e eeuw in de familie van de eigenaar.
- Olie- en azijnstel met zilveren montuur
- 1750-1782, zilveren toevoeging ca. 1840
- Aardewerk met zilver (Delft)
De eigenaresse houdt niet zo van Delfts Blauw maar vindt dit erfstuk toch erg mooi. Onder op dit olie – en azijnstel staat het merk AP, van Anthony Pennis, eigenaar van aardewerkfabriek De Twee Scheepjes. Rond 1730 raakte in Nederland een nieuwe manier van eten in de mode, overgewaaid uit Frankrijk. Bij service à la française werden alle gerechten tegelijkertijd op tafel gezet, zonder gangen. Men bracht de salade op smaak met olie en azijn uit dit soort elegante stellen. Een eeuw later, toen er een oor was afgebroken, is er zilver aangezet zodat men het kon blijven gebruiken.
- IJslepel
- ca. 1760
- Zilver (Hoorn)
De eigenaar erfde deze lepel van zijn Friese moeder en het komt uit haar familie. Dit soort ijslepels stamt uit de tijd dat er nog echt strenge winters waren. Dat was ook zo in 1763. Het vroor toen zo hard dat je de hele Zuiderzee over kon schaatsen. Van Friesland naar Noord-Holland én weer terug, op één dag. Als je die tocht had volbracht, nam je een souvenir mee: een zilveren tabaksdoos of een zilveren lepel zoals deze. De gegraveerde tekst op de ijslepel verwijst naar Enkhuizen, maar hij is gemaakt in Hoorn.
- Wijnpot
- ca. 1600 (Wanli periode)
- Kraakporselein met zilveren tuit (China)
Deze pot lijkt op het eerste gezicht een theepotje. Maar uit deze potten werd geen thee, maar saké geschonken. Deze rijstwijn is niet exclusief Japans, ook in China maakt men rijstwijn die zowel warm als koud kan worden gedronken. Het is een mooie wijnpot, maar is al eens gerestaureerd. Dat is onder meer te zien aan het handvat. De met zilver verstevigde schenktuit is van latere datum dan de pot gemaakt werd. De eigenaresse heeft de wijnpot van een tante gekregen die bij een Haagse notaris werkte. Hij was antiekliefhebber en gaf het haar cadeau.
- Twee Delfts blauwe kandelaren
- Ca. 1760
- Aardewerk (Delft)
De kandelaren waren een cadeau van een klant voor de grootouders van de eigenaresse. Het paar blijkt een van de meest bijzondere vondsten in zijn soort. Beide objecten zijn nog samen en intact, een zeldzaamheid. Ze zijn gemaakt in de stijl van Lodewijk XVI en werden gekocht door gegoede burgers. Onderaan zijn ze gemerkt met: LPK. Dit staat voor De Porcelijne Lampetkan, één van de dertig aardewerkfabrieken in Delft. Deze fabrieken ontstonden rond 1650 uit oude bierbrouwerijen. Vanwege de watervervuiling kon men er op den duur niet langer bierbrouwen en werden ze omgebouwd tot aardewerkfabriek.
- Theepotje in de vorm van een bloemkool
- 1780-1790
- Aardewerk (Staffordshire, Engeland)
Dit erfstuk wordt al generaties van moeder op dochter doorgegeven. Omdat grootmoeder uit een arbeidersgezin met weinig geld kwam vraagt ze zich af of het theepotje ‘echt’ Engels aardewerk is of namaak. Het blijkt inderdaad bijzonder, deze zogenaamde ‘cauliflower teapot’ uit Staffordshire. Het gaat om zogeheten creamware, geelbakkend aardewerk. In de Rococo periode ontstond er een mode voor ‘natuur’ op tafel en verschenen dit soort potten bijvoorbeeld ook in de vorm van een ananas of een krop sla. Het formaat van het potje is zo klein omdat hierin sterke thee werd getrokken, waarna men er heet water bij schonk.
- Theebus
- 1794
- Zilver
Thee werd al eeuwen verbouwd en gedronken in Azië en kwam in het begin van de 17e eeuw naar Nederland. Het was lange tijd erg kostbaar en dus zit er een slotje op deze mooi uitgevoerde theebus, zodat het personeel van de eigenaar er niet bij kon. Op de bus, gemaakt door de Haagse zilversmid Francois Marcus Simons, is een zwaan als ornament aangebracht. De theebus is al generaties lang in het bezit van de familie van de eigenaresse.
- Rococo tafelbel
- 1771
- Zilver (Leiden)
Op deze bel zijn typische Rococo schelpvormen wat afgeplat weergegeven. Dat is een kenmerk van de Leidse zilversmid Hendrik Fortman. Vanaf begin 18e eeuw gebruikten rijke burgers zo’n tafelbel om hun bedienden te laten komen. Zo hoefde het huispersoneel niet voortdurend in de kamer van hun werkgever aanwezig te zijn. Deze bel heeft een flink gewicht. Het is een gegoten klok met een dikke druppel zilver als klepel, die prachtig klinkt. Het object staat al generaties lang op de theetafel van de familie van de eigenaresse.
Foto: detail tafelbel
- Theebusje
- Begin 18e eeuw
- Zilver (Delft)
Voor de eigenaren kwam deze theebus als een verrassing uit de dokterstas van opa. Het is een zeer goed bewaard gebleven zilveren theebusje uit het begin van de 18e eeuw. Ongeveer een eeuw eerder voer het eerste schip met thee naar Nederland. Het was toen een buitengewoon kostbaar drankje. Eind 17e eeuw komen de eerste thee-gerelateerde voorwerpen op de markt. De zigzagrand, acanthusbladeren en het model laten zien dat het hier om een theebus uit de vroege 18e eeuw gaat.
- Molenbeker
- ca. 1670
- Zilver (Nijmegen)
Deze molenbeker zit al lang in de familie van de eigenaresse. Ze heeft er zelf nooit uit gedronken, maar weet wel dat zo’n beker vroeger voor drankspelletjes werd gebruikt. Men deed wijn in de beker en blies op het pijpje zodat de wieken gingen draaien. Als je de wijn niet op had voordat de wieken stopten, moest je voor straf de op het klokje aangegeven hoeveelheid glazen opdrinken. De oorspronkelijke beker is gemaakt door Johan Hermanszoon Gramey, maar verkeert niet meer in originele staat.
Foto: detail molenbeker
- Potpourrimandje
- 18e eeuw
- Zilver (Zutphen)
Van dit zilveren schaaltje met deksel weet de eigenaresse dat het een potpourrimandje is. Het komt uit haar familie maar de geschiedenis ervan kent ze niet. Het mandje is mooi opengewerkt, met bloemen en is waarschijnlijk gemaakt door Peter Schenkes. Er hoort potpourri in, een mengsel van gedroogde natuurlijke bestanddelen dat gebruikt wordt als luchtverfrisser. Bloemblaadjes, kruiden, schillen van citrusvruchten en specerijen kunnen de ruimte een aangename geur geven.
- Nootmuskaatrasp
- 1785
- Zilver (Rotterdam)
Nootmuskaat was één van de duurste producten in de 17e eeuw. Dit werd onder meer verbouwd op Banda, het grootste eiland in de Molukken, dat door Nederland tot kolonie was gemaakt. Er werden miljoenen winsten gemaakt op de export van nootmuskaat: voor een paar noten kon je al een mooi huis kopen. Nootmuskaatraspen bestonden vanaf de 17de eeuw en werden bijvoorbeeld gebruikt bij aspergemaaltijden. Deze zilveren rasp is waarschijnlijk gemaakt door Johannes Jansen en heeft een apart compartiment om de kostbare noot in op te bergen.
Foto: detail rasp