Wapenkamer/
Bibliotheek
- Kort zwaard en dolk
- 1000-800 v. Chr.
- Brons (Noord-West Perzië; huidige Iran)
Deze voorwerpen zijn afkomstig uit het (Iraanse) Zagrosgebergte. Daar leefden 's winters in de valleien nomaden met hun kuddes geiten en bokken, maar in de zomer trokken zij de bergen in. Het korte zwaard werd niet gebruikt om oorlog mee te voeren, daarvoor had men lange zwaarden. Dit korte zwaard gebruikte men om dieren mee te doden. De dolk werd ingelegd met ivoor en goud, en was meer voor de show.
- Schilderij van Piet van der Hem
- Jagers
- ca. 1950
- Olieverf op doek
Om de kunstenaar Piet van der Hem financieel te steunen, kocht de grootvader van de inbrenger dit werk. Bovendien was opa zelf jager. Er zit vaak humor in Van der Hems vlot opgezette voorstellingen. Dit schilderij is bijna een spotprent, een karikatuur. We zien een welgestelde jager, vergezeld door een drijver met jachthond. De blik van de drijver spreekt boekdelen….meneer heeft weer eens gemist met zijn schot! Van der Hem begon met het schilderen van het stadsleven in Parijs en deed dat later in Amsterdam.
- Kris
- 1875-1900
- Ivoor, ijzer, goud, diamant, hout (Midden Java)
Zijn vaders familie komt uit Nederlands-Indië en zo raakte de eigenaar van deze kris gefascineerd door de cultuur daar. Volgens de liefhebber zetelt op de kling (het mesgedeelte) de ziel van de kris. De vorm van het ivoren handvat met uitgesneden monsterkoppen is typisch voor Midden Java. De schede is bekleed met plaatwerk van goud en er is kajupalet, een heilige houtsoort, in verwerkt. Het goud is versierd met bergmotieven en vogels. Dit soort dolken waren wapens en worden traditioneel tegelijkertijd beschouwd als mystieke objecten met bovennatuurlijke krachten.
- Geslepen bijl
- 2000-1500 v. Chr.
- Vuursteen (Drenthe)
Het hele huis van de eigenaar staat vol met vuurstenen en mammoetbotten. Deze bijl vond hij in de grond en blijkt een grafvondst. Het is een typische Drentse variant, meer gepolijst dan Scandinavische exemplaren die als halffabricaat aankwamen en hier verder bewerkt werden. Deze geslepen bijl is afkomstig uit de Standvoetbekercultuur, die specifiek in Drenthe bestond. Hier leefde een herdersvolk dat waarschijnlijk al aan vroege landbouw deed. In de middeleeuwen troffen boeren dit soort bijlen aan op hun akkers en gooiden ze in waterputten. Zij noemden de ook wel donderstenen omdat zij de herkomst van deze geheimzinnige stenen niet kenden en dachten dat ze bij onweer uit de lucht waren gevallen.
- Siersabel
- Eind 18e eeuw
- Kling: Europees staal; gevest: gedreven zilver (Ceylon, huidige Sri Lanka)
Rituele messen van klein formaat uit het boeddhistische Ceylon waren echte statussymbolen. De prachtige decoratie op het heft van dit zwaard, zie je ook in de kunst van Zuid-India en Java. De leeuw met opengesperde bek brult als het ware de boeddhistische leer de wereld in. Het zwaard is samengesteld uit een Europees deel, het lemmet, en een zeer verfijnd Aziatisch deel, het heft. De eigenaar viel destijds op de mooie combinatie tussen Aziatische schoonheid en het Europese staal.
Foto: detail siersabel
- Gedenkpenning
- 1691
- Zilver (Rotterdam)
De huidige eigenaar heeft deze penning geërfd van zijn grootvader, een juwelier. Het gaat om een 17e-eeuws exemplaar dat de Rotterdamse koopman Wilhelm Suderman liet maken ter nagedachtenis aan zijn overleden vrouw Katharina Bredenburg. Zo’n zilveren gedenkpenning was kostbaar. Als je heel rijk was gaf je de naaste familie een gouden exemplaar. Op de penning staat een ‘troostgedicht’ van Joost van Geel, een Rotterdamse zakenman die ook gedichten schreef en schilderde: ‘Al rukt nu de algemeene wet Mijn lieve wederhelft ter aarde, Het minste deel wort maar verplet, Myn geest die met haar geest zich paarde, Blijft ongescheiden in dien noodt, De liefde is sterker dan de doot’.
- Dolk
- 1000 v. Chr.
- IJzer en brons (Iran)
De eigenaar is verzamelaar en is vooral benieuwd naar het verhaal achter de dolk. Deze komt uit de late bronstijd, vroege ijzertijd. Het heft is van brons, het blad is van ijzer. Men haalde ijzer uit meteoriet, maar dat was een moeilijk proces. Vandaar dat ijzer in die periode zeldzamer en duurder was dan goud. Deze dolk komt uit (het huidige) Iran en kan gebruikt worden voor de strijd, maar ook voor de jacht. De dolk diende niet voor het klaarmaken van eten.
- Schilderijen van Rien Poortvliet
- Twee herten met een vos
- 1978
- Olieverf op doek
De eigenaar was fan van de boeken van Rien Poortvliet en besloot hem een briefje te sturen met de vraag of hij werk van hem kon kopen. Na maanden kwam er een briefje terug dat hij langs kon komen. De platen uit zijn boek verkocht Poortvliet niet, maar hij had wel een schilderij en een aquarel staan. Deze twee werken zijn zeldzaam, want Poortvliet verkocht zijn schilderijen liever niet. Met zijn boeken, zoals De Kabouter en Briesend Paard, werd Poortvliet wereldberoemd. Als jager raakte hij bevriend met prins Bernhard. Er zijn ook schilderijen van Poortvliet in het bezit van de koninklijke familie.
De aquarel met eekhoorn hangt in zaal 10.
- Twee stoelen
- 1939
- Hout
Bijzonder is dat deze stoelen in bezit zijn van de achterkleinzoon van Henri Maclain-Pont, de ontwerper ervan. De eigenaar herinnert zich zijn overgrootvader als een beetje eng, krom mannetje, dat altijd in een van deze stoelen zat. Maclain-Pont was architect, archeoloog en uitvinder. Hij werkte in Indië waar hij één van de bekendste koloniale gebouwen ontwierp: de Technische Hogeschool in Bandung. Hij was ook uitvinder van een dak dat storm-, orkaan- en aardbevingsbestendig was.
- Inktstel
- Begin 18e eeuw
- Zilver (Batavia, Nederlands Indië)
De grootouders van de eigenaar woonden in Nederlands Indië, zo kwam dit object in de familie. In het Rijksmuseum heeft de eigenaar eenzelfde inktstel gezien. Het is inderdaad een zeer belangrijk stuk. Waarschijnlijk werd het gemaakt voor een hoogwaardigheidsbekleder zoals een gouverneur. Bijzonder is dat het een dubbel stel is met twee inktpotjes en twee zandstrooiers. Het zand werd gebruikt om de inkt sneller te laten drogen. Een van de zilvermerken toont het wapen van Batavia: een zwaard gestoken door een lauwerkrans.
- Kaartjeshouder
- ca. 1820
- Ivoor (Kanton, China)
Deze visitekaartjeshouder is een typisch voorbeeld van ivoor dat in het Chinese Kanton werd gemaakt. Het is zeer fijn gesneden en aan alle kanten druk bewerkt met paleis scènes, pagodes, en bomen. Dit soort objecten was erg in trek bij de Europeanen. Er zit een apart plaatje op, waarop de naam van de eigenaar gegraveerd kon worden. Het werd op bals in heel Europa gebruikt. In chique families worden dit soort kaartjeshouders nog gebruikt.
- Snuifdoosje met klokje in de vorm van een boekje.
- 1810
- Goud (Genève, Zwitserland)
Een rijke voorvader van de eigenaar schonk rond 1820 alles wat hij had aan een museum, tot verdriet van de familie….het enige dat overbleef was dit snuifdoosje. Dit prachtig gemaakte gouden snuifdoosje is gemaakt in Genève door Jean-Georges Rémond. Het is een topstuk en een echt prestigeobject. Men kon er verpulverde tabakspoeder in doen om te snuiven, maar tegelijkertijd kon je er ook de tijd op lezen en een muziekje laten horen. Dit soort doosjes waren vaak diplomatieke geschenken.
- Boek met verzameld werk van Jacob Cats, dichter, jurist en staatsman.
- 1655
Dit is een verzameld werk van de Nederlandse dichter Jacob Cats. Het kwam bijna twee eeuwen later in handen van de dichter Rhijnvis Feith. Feith kreeg de opdracht van de staat om de gedichten van Cats te herschrijven naar het toenmalige, moderne Nederlands. Cats beschrijft in het boek (1655) hoe het dagelijkse leven werkte. Zo kon je lezen hoe een meisje het hof gemaakt moest worden of hoe je je moest gedragen bij ouderen. Als je niet kon lezen, was dat geen probleem. Het boek heeft prenten waarop je kunt zien hoe het hoort en wat je moet doen. Het boekwerk is door de familie Feith gegeven aan de familie van de huidige eigenaar.
- Diorama met schepen op zee
- ca. 1750
- Papier (Nederland)
Dit komt uit de familie van de eigenaresse en ze is er zeer aan gehecht al kent ze de waarde niet. Het glas is aan de buitenkant schoongemaakt, maar er zit nog vuil van binnen. Dit kunstwerk komt uit de 18e eeuw, terwijl de meeste zogeheten bavelaars uit de 19e eeuw komen. Dit noem je dan ook geen bavelaar, maar een diorama. Dit werk is gemaakt door Jan Kopper, een bekende papierkunstenaar en voormalig bakker uit Rotterdam. Hij maakte vaak diorama’s waar schepen op te zien waren. Het geheel maakt een pure, echte indruk. Hier zie je dat je met knipsels net zo fijn kan werken als met een penseel.
- Schilderij van Raoul Hynckes
- Vergankelijkheid
- 1940 – 1950
- Olieverf op doek
De schoonvader van de eigenaresse deed de financiën van de kunstenaar Raoul Hynckes en op die manier kwam de familie regelmatig in zijn atelier. Haar schoonouders hebben acht schilderijen van Hynckes gekocht die nog allemaal in de familie zijn. Dit schilderij is een vanitas stilleven, dat ons wijst op de vergankelijkheid van het bestaan. Er zitten allerlei verwijzingen naar de dood in: een schedel, een dorre tak, een rouwlint en een gedroogd blad dat verwijst naar de herfst van het leven. Raoul Hynckes kwam oorspronkelijk uit België, maar vluchtte tijdens de Eerste Wereldoorlog naar Nederland waar hij bleef wonen.
Inmiddels is na onderzoek gebleken dat dit werk in 1968 door Hynckes geschilderd is.