Slaapkamer/
Kinderkamer
- Schilderij van Rien Poortvliet
- Eekhoorn
- ca. 1975
- Aquarel op papier
De eigenaar was fan van de boeken van Rien Poortvliet en besloot hem een briefje te sturen met de vraag of hij werk van hem kon kopen. Na maanden kwam er een briefje terug dat hij langs kon komen. De platen uit zijn boek verkocht Poortvliet niet, maar hij had wel een schilderij en een aquarel staan. Deze twee werken zijn zeldzaam, want Poortvliet verkocht zijn schilderijen liever niet. Met zijn boeken, zoals De Kabouter en Briesend Paard, werd Poortvliet wereldberoemd. Als jager raakte hij bevriend met prins Bernhard. Er zijn ook schilderijen van hem in het bezit van de koninklijke familie. Het andere schilderij van Riet Poortvliet hangt in zaal 11.
- Poppenhuis
- 1922-1933
- Multiplex, triplex en beukenhout (Nederland)
Als kind was de eigenaresse niet gecharmeerd van dit poppenhuis, maar haar dochter speelde er gelukkig wel mee. Het poppenhuis is gemaakt door ADO (Arbeid door Onvolwaardigen) als arbeidstherapie voor herstellende tuberculosepatiënten in een sanatorium. ADO groeide op den duur uit tot een speelgoedfabrikant. Dit poppenhuis werd ontworpen door Ko Verzuu. De vormgeving is geïnspireerd op De Stijl en Rietveld. De kleedjes lijken op werk van kunstenaar Bart van der Leck. In de jaren 1960 toen tuberculose als volksziekte verdween, werd de productie van speelgoed overgenomen door een sociale werkplaats en de afkorting van de naam werd veranderd in Apart, Doelmatig, Onverwoestbaar.
- Schilderij van Hendrik Jan Wolter
- Landbouw aan de noordkust van Groningen
- ca. 1920
- Olieverf op karton
De vader van de huidige eigenaar vond dit schilderij in een vuilcontainer in Groningen. Dat
was bij uitgeverij Wolters Noordhoff, waar de vader werkte, toen het pand in de binnenstad ontruimd werd om naar een industrieterrein te verhuizen. In opdracht van dat bedrijf hebben diverse kunstenaars ontwerpen en schilderijen gemaakt waar de uitgever vervolgens schoolplaten van maakte, die in talloze klaslokalen aan de wand hingen. Dit op karton geschilderde exemplaar is gemaakt door Hendrik Jan Wolter, kunstenaar en hoogleraar aan de Rijksakademie in Amsterdam.
- Winkelblik vliegtuig
- 1924
- Blik
Deze winkeltrommel in de vorm van een vliegtuig kon gevuld worden met 5 kilo King-pepermunt en prijkte dan uitnodigend op de toonbank, vanwaar de zakjes gevuld konden worden. King pepermunt wordt sinds 1902 in Sneek gemaakt en ontleent zijn naam aan de beginletters van de woorden: Kwaliteit – In – Niets – Geëvenaard. Dit blik is in de jaren 1920 in Dordrecht gemaakt door de firma Weduwe Beckers & Zonen. Dit is de periode waarin het passagiersvliegtuig zijn opmars maakt. Vliegen stond toen voor een modern levensgevoel. Het reclameblik is in zeer goede staat, wat uitzonderlijk is. De eigenaar verzamelt vliegtuigen en zag dit blik bij een veiling. Het was destijds te duur voor hem, maar later verwierf hij ditzelfde vliegtuig alsnog via Marktplaats.
- Fragment van een Romeinse kom met de afbeelding van een kinderspel,
- 1e eeuw n. Chr.
- Terra sigillata aardewerk (Trier)
De eigenaar heeft zes jaar als tuinman in Zwammerdam gewerkt. Daar moest hij in 1974 ook grondwerk doen bij een parkeerplaats waar in de jaren zestig opgravingen uit de Romeinse tijd gedaan waren. Bij de parkeerplaats vond hij samen met zijn collega’s nog heel veel scherven en kleine schaaltjes. Hij heeft de scherven zelf aan elkaar gelijmd, en de opgraving gemeld bij de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Op deze Romeinse scherf is een kinderspel afgebeeld, waarbij een hoepel over een paaltje gegooid wordt.
- Schilderij toegeschreven aan Adriaan de Lelie
- Familieportret van familie Rochussen
- 1815
- Olieverf op doek
Dit familieportret komt uit de familie van de eigenaar. Zijn voorouders Hendrik en Judith Rochussen staan afgebeeld met de oudste vier van hun dertien kinderen. De kleinste baby, bij moeder op schoot, is de later bekende schilder Charles Rochussen. De Rotterdamse familie kent een rijke historie. Een verre voorvader was zelfs zeerover. Het gaat duidelijk om een welgesteld gezin - het jongetje links heeft zelfs een geitje om mee te spelen. De kleine kinderen zijn niet opgedoft, maar hebben hun alledaagse jurkjes aan. Ook het jongetje omdat hij nog niet zindelijk was. De ouders dragen geen pruiken, zoals toen nog gebruikelijk bij de oudere generatie. De compositie is voor die tijd modern en gezichtsuitdrukkingen zijn tot in detail weergegeven. Dit idyllische tafereel lijkt gemaakt door de beroemde Adriaan de Lelie.
- Diadeem met kam
- 1810
- Gouden diadeem met zilveren kam (Frankrijk)
De eigenaresse kreeg dit diadeem van haar oom, om op haar huwelijk te dragen. Haar oom had het op een rommelmarkt gevonden, helemaal geoxideerd. Hij heeft het zelf schoon gemaakt, waarna dit prachtige voorwerp tevoorschijn kwam. Dit sieraad kan op twee manieren gedragen worden: bovenop het hoofd als diadeem, en achterop het hoofd in een chignon. Het diadeem werd in de Empire tijd populair, omdat het verwees naar hoofdtooien uit de oudheid. Het was een periode, tijdens het regime van Napoleon, waarin archeologische vondsten in onder meer Egypte en Italië voor een ware mode zorgden. Deze diadeem was geïnspireerd op vondsten in Etruskische koningsgraven.
- Twee kledingspelden
- 10e – 7e eeuw v. Chr.
- Brons (Noordwest Perzië, huidige Iran)
Deze forse spelden waren in gebruik bij nomadenstammen. Zij maakten bronzen voorwerpen als wapens en paardentuig, maar ook sieraden. De spelden werden door de kleding gestoken om een jas of mantel dicht te houden. Handig, zeker als men op een galopperend paard zat. Op één van de spelden zit een kopje. Het is een samenvoeging van een moeflon (een wild schaap) en een mythische griffioen. Dat laatste geeft aan dat men toen al een religieuze beleving had.
- Vanity box
- 1940-1950
- Goud en saffier (Duitsland)
De eigenaresse zocht een kleine asbak om mee te nemen als ze op stap ging. Haar moeder vond dit tasje, het was van familie uit Duitsland. Maar de dochter vraagt zich af of dit wel echt een asbak is … Het blijkt een ‘vanity box’ te zijn, een soort handtas van een chique dame. In het kistje zit een spiegeltje, een donsje om te poederen, een lipstickhouder en een ivoren balboekje. De buitenkant is gemaakt van 18-karaat geelgoud en de drukknopjes met diamant. Men droeg dit om de pols, met bijpassende japon. Het is dus geen asbakje, maar het object heeft wel plaats voor hele dunne sigaretten en lucifers. Zo hoefde de dame geen vuurtje te vragen aan een man.
- Spiegellijst
- 1898
- Notenhout en gips (Nederland)
De maker van de lijst is Theo Molkenboer. Hij was schilder, beeldhouwer, glazenier, graficus en keramist. Zijn werk als technisch tekenaar bij Pierre Cuypers, bouwmeester van het Rijksmuseum, was een geweldige leerschool voor hem omdat Cuypers alle vormen van kunst wilde samenbrengen. Het was de tijd van artistieke vernieuwing aan het eind van de 19de eeuw. Zo ontstond de Nieuwe Kunst, de Nederlandse variant van Art Nouveau en Jugendstil. Die stijl met gestileerde ranken en florale motieven zie je in deze lijst terug. De eigenaresse is verrast om te ontdekken dat Molkenboer de maker is. Zij wist alleen dat familieleden ooit door hem geportretteerd waren.
- Juwelenkistje
- ca. 1660
- Schildpad met parelmoer en zilveren sluiting (Amsterdam)
Dit kistje is al generaties in de familie van de eigenaar. In 1858 is het op een expositie getoond bij het Amsterdamse Arti et Amicitiae. De prachtig gegraveerde parelmoeren medaillons duiden op een navolger van Cornelis Bellekin, de beste Nederlandse parelmoersnijder uit de 17e eeuw. Het was misschien een huwelijkskistje. We zien verschillende mythologische voorstellingen met onder andere het verhaal van de held Orpheus die met zijn muziek dieren kon betoveren, Apollo die de satyr Marsyas doodt en de goden Mars en Venus die in bed worden betrapt.
- Scheerbekken
- 1780
- Aardewerk (Delft)
Dit is geen soepbord, zoals wel eens gedacht, maar een scheerbekken. De eigenaar kocht het op een beurs. Het kuiltje aan de linkerkant, was om een houten balletje in te leggen. Dat balletje konden mannen zonder tanden in hun mond nemen zodat ze zich toch zo goed mogelijk konden scheren. Over het algemeen verwijzen merktekens op Delfts aardewerk naar de fabriek of fabriekseigenaar. Door een stadsbrand in Delft in het midden van de 18e eeuw zijn er bijna geen gegevens bekend van werken voor die tijd. In 1764 registreerden fabrieken hun werken opnieuw in zogenaamde werkenboeken. Het was eigenaar Lambertus Sanderus die het werk voor de fabriek De (Porceleyne) Claeuw registreerde: een gestileerd vogelklauwtje. Op dit scheerbekken staat niet alleen het klauwtje , maar ook de initialen ‘LS’.
- Chatelaine voor dames
- ca. 1750
- (Frankrijk)
Aan het eind van de 17e eeuw werd een chatelaine door heren gedragen. De benaming komt oorspronkelijk van degene die de sleutels van het chateau (kasteel) in beheer had. In de 18de eeuw kwam het ook bij de dames in de mode. Het werd aan de rand van de rok gedragen of in de zak van het jasje. Deze chatelaine is behangen met naaibenodigdheden, zoals een vingerhoed en een speldenkussentje. Bij de attributen zit ook een oorlepeltje. Men gebruikte oorsmeer om de draad glad te maken en zo makkelijk door de naald te steken. Niet alles is meer origineel. Dit exemplaar werd waarschijnlijk door een minder welgestelde vrouw gedragen.
- Gouden beugeltasje met Mercurius afbeelding
- 1777
- Goud (Amsterdam)
De eigenaresse kreeg deze tas als jong meisje van een oudoom. Maar haar ouders bewaarden het cadeau in een kluis, dus ze zag het nooit. Tasbeugels worden voor het eerst in de 18e eeuw gemaakt en zijn dan meestal van zilver. Een gouden tasbeugel zoals deze is zeer zeldzaam. Goud was in die tijd 8 x kostbaarder dan zilver. De maker is waarschijnlijk Nicolaas Siedenburg. Het zal eigendom geweest zijn van een welgestelde vrouw. Beugeltassen werden vaak aan een haak aan de rok gehangen. Er zijn twee compartimenten in de tas voor gouden of zilveren munten. Op de knop van de beugel zit Mercurius, god van de handel en de dieven.
- Bolin broche met etui
- Laatste kwart 19e eeuw
- Diamant en granaat (Rusland)
Dit bijzondere sieraad is een broche van de firma Bolin uit St. Petersburg. Bolin was de Russische hofleverancier van vóór het Fabergé-tijdperk. Het zal gemaakt zijn voor de hoogste Russische adel. Veel van dit soort juwelen is verloren gegaan in de revolutie rond 1917. De broche heeft bovenaan een bladmotief van diamanten en eronder hangen rode kersen van granaat op folie. Dat ze kunnen bungelen, geeft een levendig effect. In de bijbehorende doos ligt ook een losse hanger van rood granaat. Daarmee kon de draagster kiezen: de laatste kers er nog aanhangen of de broche iets korter houden. De eigenaresse kreeg de broche uit de inboedel van haar ouders. Haar grootouders hebben het object misschien in Zwitserland verkregen, vermoedelijk van gevluchte Russische adel. Ze heeft de broche veel gedragen omdat ze deze zo mooi vond.